Deze voormalige onofficiële hoofdstad van Frankrijk ligt op slechts 15 kilometer afstand van Parijs en is goed bereikbaar per trein. Hoewel het Chateau de Versailles al eeuwenlang bekendstaat als het toppunt van luxe, is het nog verbazingwekkender wanneer je het in het echt ziet. De prachtige tuinen van het chateau zijn gratis, maar de kosten van een dagkaart zijn het waard om de binnenkant te bekijken (hoewel zelfs een chic hotel daarna wat eentonig aandoet).

Berlijn is een edgy stad, van de mode en de architectuur tot de geladen politieke geschiedenis. De Berlijnse muur vormt een ontnuchterende herinnering aan de extreem geladen naoorlogse sfeer. Ondanks dat is de graffiti op de overblijfselen van de muur symbolisch geworden voor sociale vooruitgang. Bekijk de Weltzeituhr-klok (wereldklok) met daar bovenop een model van het zonnestelsel. Ga vervolgens terug in de tijd door te dineren in het historische Zur Letzten Instanz, een 16e-eeuws restaurant waar Napoleon en Beethoven regelmatig kwamen.

Montreal, c’est si bon! Deze Franssprekende stad wordt gezien als de culturele hoofdstad van Canada en is een waar eerbetoon aan de Québécois-stijl. Een ritje in een paardenrijtuig door de geplaveide straten en langs de grootse gebouwen van oud-Montréal geeft je het gevoel dat je in Europa bent. De Notre-Dame heeft indrukwekkende gebrandschilderde ramen, en in het stadsdeel Plateau Mont-Royal zijn veel bijzondere winkeltjes en cafés te vinden. Doe je te goed aan een groot bord poutine om energie op te doen voor een rondleiding door het Olympisch Park.